Overslaan en naar de inhoud gaan

Nationaal programma Armoede en schulden al meteen onder druk

Bezuinigingen hinderen veelbelovende innovaties

Nationaal programma Armoede en schulden al meteen onder druk

16 juni 2025

Het Nationaal programma Armoede en schulden (NPAS) zou de adviezen uit het IBO-rapport over de schuldenketen gaan omzetten in beleid. We juichen dat toe, maar door financiële beperkingen is het de vraag of veelbelovende voornemens uit het IBO-rapport gerealiseerd kunnen worden.

In de begeleidende brief bij het NPAS geeft demissionair staatssecretaris Nobel van Participatie en Integratie volop winstwaarschuwingen. ‘Het basispakket uit het interdepartementaal beleidsonderzoek naar problematische schulden is het uitgangspunt voor de aanpak van schulden. Voor de uitwerking van de maatregelen uit dit pakket waren incidentele en structurele middelen gereserveerd. De huidige financiële omstandigheden hebben tot gevolg dat de gemaakte reservering vanaf 2029 vervalt’, noteert Nobel. 

Integraal schuldenoverzicht in gevaar

‘Dit heeft consequenties voor de maatregelen waarvoor structurele financiering noodzakelijk is. Zo kan bijvoorbeeld het integraal schuldenoverzicht niet worden gerealiseerd zonder structurele dekking voor de uitvoeringskosten. Wel wordt onderzocht of onderdelen of essentiële bouwstenen die inzicht in schulden bieden in onderlinge samenhang verder ontwikkeld kunnen worden.’ Ook het (digitale) loket voor overheidsincasso blijkt getroffen te worden door het gebrek aan structurele financiering. 

Investering in vroegsignalering hapert 

Een derde belangrijk onderdeel van het plan (vroegsignalering) loopt eveneens gevaar, blijkt uit de Kamerbrief. ‘We verkennen de komende periode in hoeverre vroegsignalering door gemeenten te realiseren is met de resterende incidentele middelen. We zullen in overleg met gemeenten bezien hoe we deze middelen zo goed mogelijk inzetten. Ook met het oog op de langere termijn. (...) We bekijken hoe de beschikbare, incidentele middelen zo goed mogelijk kunnen inzetten en wat de mogelijkheden zijn om onderdelen van de verschillende trajecten door te ontwikkelen.’

Dat er bezuinigd moet worden is onontkoombaar, maar het is moeilijk te begrijpen dat juist op het beleidsterrein voor mensen die in de knel zitten belangrijke innovaties niet geborgd kunnen worden. 

Kamer kan mogelijk nog aanpassen 

Het Nationaal Programma Armoede en Schulden zelf schetst welke inzet we vanuit Den Haag mogen verwachten voor onze branche en geeft richting aan de ambities van het kabinet. We hopen dat Tweede Kamer-leden hierover snel met de demissionaire staatssecretaris en met elkaar in gesprek gaan, zodat verdere stappen gezet kunnen worden. Mogelijk kan de Kamer het fundament onder de plannen nog verstevigen. 

Voortbouwen op ingezette koers 

Het is positief dat het programma voortbouwt op eerder ingezette acties. Hoewel veel plannen nog om concretere uitwerking vragen, zitten er geen grote verrassingen in voor de uitvoering. De afgelopen jaren hebben onze leden met hoge frequentie ingrijpende veranderingen te verwerken gekregen.  

Momenteel staan zij aan de lat voor de implementatie van de basisdienstverlening en het op een hoger peil brengen van begeleiding en nazorg. Dat kost tijd en vraagt ruimte om dit goed te kunnen realiseren. 

Kraan moet dicht; werk aan bestaanszekerheid 

Cruciaal in het voorkomen van schulden én van terugval is het waarborgen van bestaanszekerheid. Het is goed om te zien dat wordt ingezet op eenvoudiger en effectiever landelijk beleid voor inkomensondersteuning.  

Daarbij is het belangrijk dat mensen in een lopende schuldregeling niet worden vergeten. De NVVK vroeg herhaaldelijk aandacht voor de ongeveer 30% van de hulpvragers die zulke hoge vaste lasten en kosten van levensonderhoud hebben dat er geen afloscapaciteit is voor schuldeisers.

Duurzame financiële gezondheid als nieuwe ambitie

'Armoede en schulden in Nederland', illustratie afkomstig uit Kamerbrief 'Nationaal Programma Armoede en schulden'

Het programma bevat ook nieuwe accenten, zoals expliciete aandacht voor kinderen, extra inzet voor werkende armen en oog voor de inwoners van Caribisch Nederland. Een belangrijk doel is dat meer huishoudens succesvol en duurzaam uit de schulden komen. Dit benadrukt het belang van financiële begeleiding en nazorg – iets wat binnen onze branche al langer praktijk is. Dat het Nationaal programma nieuwe ambities formuleert ondersteunen we. Maar wat we betreuren is dat de eerdere ambities uit de Aanpak Geldzorgen, Armoede en Schulden van Nobels voorganger (minister voor Armoedebeleid Carola Schouten) losgelaten zijn.

Kamermotie over 12 maanden verplichte begeleiding 

In het programma wordt ook verwezen naar de motie Van Dijk/Van Eijk die onlangs in de Tweede Kamer werd aangenomen over verplichte begeleiding en nazorg. In de basisdienstverlening zijn daar al afspraken over gemaakt.

Staatssecretaris Nobel schrijft erover: 'Hierin is opgenomen dat de schuldhulpverlener gedurende een periode van 12 maanden één of meerdere keren contact opneemt met de inwoner. De schuldhulpverlener zal aan het begin van een schuldhulpverlening een begeleidingsplan met de inwoner opstellen. Hierin wordt ook afgesproken hoe invulling wordt gegeven aan de nazorgperiode. Doordat nazorg onderdeel is van de basisdienstverlening heeft het kabinet reeds maatregelen genomen waartoe de motie oproept. We blijven monitoren of de geboden financiële begeleiding, waar nazorg een onderdeel van is, voldoende doeltreffend is.  

Samen aan de slag 

We kijken ernaar uit om samen met demissionair staatssecretaris Nobel en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de plannen uit het programma praktisch vorm te geven.  Tegelijkertijd zien we de aflopende financiering en het feit dat er weer verkiezingen aankomen. Waarschijnlijk brengen die weer een koersverandering met zich mee.  

Voor nu geldt: we werken constructief samen met iedereen die de schuldenproblematiek te lijf wil gaan. We zetten ons graag in om ervoor te zorgen dat de plannen van het ministerie leiden tot minder mensen met problematische schulden.