Overslaan en naar de inhoud gaan

'Groep in bewind is meest kwetsbaar qua denk- en doenvermogen'

Onderzoeker Rosanne Oomkens in NVVK Live

'Groep in bewind is meest kwetsbaar qua denk- en doenvermogen'

16 januari 2023 BeschermingsbewindWsnpSchuldregeling

Hoe verschillen klanten onder bewind en in de schuldhulp van elkaar en wat bevordert doorstroom tussen deze voorzieningen? Die vraag beantwoordt Rosanne Oomkens in een nieuw onderzoek in opdracht van de NVVK. Ze bespreekt de belangrijkste bevindingen in NVVK Live van donderdag 26 januari.

Voor het onderzoek 'Segmentatie en doorstroom bij schulden' nam Oomkens 258 enquêtes af bij mensen in minnelijke en wettelijke schuldregelingen of onder bewind, en ze ondervroeg 31 schuldhulpverleners, bewindvoerders en andere professionals werkzaam in het sociaal domein.

Profiel van mensen in bewind

De drie klantgroepen zijn voor het eerst vergeleken op 'gedrag' (denk- en doenvermogen). De onderzoekers concluderen (overigens conform verwachtingen vooraf) dat iemand onder bewind

  • lagere financiële vaardigheden heeft ten opzichte van mensen met een Wsnp-bewindvoerder;
  • een geringer vermogen om te plannen heeft ten opzichte van de groep met een Wsnp-bewindvoerder;
  • een geringer vermogen om emoties en gedrag te reguleren heeft ten opzichte van de groep in een schuldregeling en ten opzichte van de groep met een Wsnp-bewindvoerder;
  • een lagere gezondheid heeft ten opzichte van de groep in een schuldregeling;
  • meer financiële schaarste ervaart ten opzichte van de groep in een schuldregeling;

Schema WRR-HU

Illustratie WRR, 2017 – bewerkt door Hogeschool Utrecht

Vijf factoren die doorstroom belemmeren

Uit de interviews met de professionals destilleren de onderzoekers 5 overtuigingen die volgens de betrokken professionals de doorstroom van bewind naar schuldhulp belemmeren:

1. Cliënten tonen niet het gedrag dat nodig is om door te stromen.

Hierbij rijst bij bewindvoerders de vraag of de toelatingsvoorwaarden misschien te streng zijn.

2. 'Harde' toelatingsvoorwaarden en beschikbare kennis daarover.

Het leidt er onder andere toe dat hulpvragers te lang blijven hangen bij zowel bewindvoerders als minnelijke schuldhulpverleners. Het NVVK-project 'Minder regeldruk, klant voorop' speelt hierop in.

3. Stroefheid in overdracht en samenwerking.

Vaak helpt het om simpelweg met elkaar in gesprek te gaan over doorstroming. Om heldere samenwerkingsafspraken te bevorderen publiceert de NVVK binnenkort een modeldocument met afspraken. Daarnaast levert de NVVK-campagne 'Samen sterker in financiële hulp' een bijdrage aan wederzijds inzicht in elkaars werk.

4. Werkdruk schuldhulpverleners en beschermingsbewindvoerders.

Hoge caseloads leiden tot vertraging in de afhandeling van dossiers. Dit heeft volgens de onderzoekers ook te maken met de manier waarop gemeenten hulpverlening inkopen. 

5. Financiële prikkels.

Voor schuldenbewind is de vergoeding hoger dan voor toestandenbewind. Schuldhulpverleners hebben soms de indruk dat beschermingsbewindvoerders mensen langer bij zich houden dan nodig is en de kantonrechter hier met een vijfjaarlijkse evaluatie onvoldoende op toeziet. Wsnp-bewindvoerders merken op dat schuldhulpverleners volgens hen soms te lang doorgaan. Dit kan voortkomen uit een aanbesteding die gebaseerd is op het treffen van zoveel mogelijk minnelijke regelingen.

NVVK Live met Rosanne Oomkens en Gerard Jan de Ruiter

In NVVK-Live van donderdag 26 januari licht Rosanne Oomkens haar bevindingen toe. NVVK-directeur Geert van Dijk reageert op het onderzoek, net als Gerard Jan de Ruiter. Hij werkt in Rotterdam aan het verbeteren van de samenwerking tussen de gemeente en de bewindvoerders, gericht op het sneller in de schuldhulpverlening krijgen van onderbewindgestelden.

 Het volledige onderzoek publiceren we binnenkort.

Geef je hier op om mee te kijken met NVVK Live, donderdag 26 januari van 16.00-17.00 uur

Sleutelwoorden

BeschermingsbewindWsnpSchuldregeling