Nieuw: werkwijzer (ex-)gedetineerden
'Hou de motivatie vast en bied perspectief’
Boetes bij het CJIB, ontnemingsvorderingen of informele schulden. Mensen die in de gevangenis zitten of net vrijkomen, hebben vaak te maken met complexe schulden. Om het werk voor schuldhulpverleners makkelijker te maken, lanceert de NVVK nu de nieuwe werkwijzer (ex-)gedetineerden.
Schulden kunnen zorgen voor veel stress bij gedetineerden, de re-integratie van ex-gedetineerden belemmeren of er zelfs aan bijdragen dat iemand opnieuw in de criminaliteit belandt. Tijdens detentie kan de schuldhulpverlening doorlopen of als die er niet is, kan deze al worden opgestart. Hoe je dit het beste kunt aanpakken, lees je in de gloednieuwe werkwijzer (ex-)gedetineerden.
Het is belangrijk dat deze werkwijzer er nu is, vindt Bob Ricardo, vroegsignaleerder bij de gemeente Lelystad en ervaringsdeskundige. Het is namelijk ‘lastig om hen te bereiken, en zelf weten ze de schuldhulpverlening vaak ook moeilijk te vinden.’
Bovendien worden (ex-)gedetineerden die zich wél melden, nogal eens geweigerd door gemeenten wanneer ze verslaafd zijn of psychiatrische problemen hebben, weet Gercoline van Beek, onderzoeker Werken in Justitieel Kader en Schulden & Incasso aan de Hogeschool Utrecht. ‘Ook vallen mensen uit omdat ze bijvoorbeeld twee keer een afspraak missen. Dan wordt het traject meteen afgesloten.'
Wil je (ex-)gedetineerden goed kunnen helpen, dan moet je weten welke uitdagingen er zijn en hoe je hen het beste kunt benaderen. ‘Wanneer mensen een licht verstandelijke beperking, psychiatrische problemen of een verslaving hebben, kun je niet verwachten dat ze afspraken altijd nakomen of snel reageren. Je moet rekening houden met het niveau en de stress die hun situatie met zich meebrengt. Schulden zijn niet in een week ontstaan, ze moeten stap voor stap begeleid worden.’
Maatwerk
Schuldhulpverlening aan (ex-)gedetineerden kan ingewikkeld zijn. Er kunnen bijvoorbeeld informele schulden spelen, schulden bij het CJIB, of ontnemingsinvorderingen. ‘Dat vraagt om maatwerk’, weet Bob. ‘Een ontnemingsvordering is een schuld aan de staat en wordt door de rechter opgelegd naast de vrijheidsstraf. Afhankelijk van het misdrijf kan dat bedrag oplopen tot een paar ton.’
Zo'n torenhoge ontnemingsvordering zorgt volgens hem geregeld voor uitzichtloosheid. Hij weet waarover hij praat: zelf zat hij in detentie toen hij in de twintig was. Ook had hij een ontnemingsvordering. ‘Ik kan me goed inleven in die situatie. Die vordering kleeft aan je. Laat maar zitten, denken mensen dan. Het voelt zinloos om dat af te willen lossen. Ik heb vaak gezien dat ze daardoor weer in het criminele circuit terechtkwamen.’
Zijn eigen omslag kwam doordat hij kinderen kreeg, maar ook door de schuldhulpverlener. ‘Die zei: “Je bent misschien stom geweest, maar we gaan nu werken aan een oplossing.” Dat deed wat met me.’ Daarom vindt hij het ook belangrijk dat schuldhulpverleners dankzij de werkwijzer beter weten hoe ze (ex-)gedetineerden kunnen helpen.
Geen prioriteit 
Wie in een penitentiaire inrichting zit, heeft meestal weinig aandacht voor geldzaken. ‘Schulden zijn dan geen prioriteit’, weet Bob. Urgenter is volgens hem: ‘Wanneer kom ik vrij, hoe gaat het met mijn familie?’
Volgens Gercoline is dat precies waarom vroegtijdig contact belangrijk is. ‘Als iemand in detentie komt, moet je het eigenlijk meteen al hebben over de financiële situatie. Probeer bijvoorbeeld in kaart te brengen of er informele schulden zijn. Of richt je op financiële educatie. Veel mensen in detentie hebben namelijk onvoldoende financiële vaardigheden en casemanagers hebben vaak te weinig tijd om daarmee aan de slag te gaan. Het zou enorm helpen als je al tijdens de detentie in gesprek kunt gaan.’
Snel handelen
Zodra iemand vrijkomt, is het cruciaal om snel te handelen. Bob: ‘Regel dan meteen dat iemand een inkomen heeft. Want pas als dat geregeld is, kun je echt helpen. Anders zakt iemand snel weer terug.’
Sommige gemeenten hebben nazorgmedewerkers die ex-gedetineerden begeleiden. ‘Veel schuldhulpverleners zijn daar niet van op de hoogte', weet Gercoline. ‘Maar in sommige steden zijn zelfs nazorgmedewerkers die al in de gevangenis een spreekuur houden. Via hen kun je al vóór de vrijlating contact leggen. Dat ontlast ook de casemanager. Mensen zitten daar toch al, en ze willen vaak best praten met iemand.’
In detentie wordt een detentie- en re-integratieplan opgesteld. ‘Dat krijgt de gemeente ook. Als je als schuldhulpverlener in een vroeg stadium contact legt met degene die verantwoordelijk is voor de nazorg, raak je al meteen actief betrokken.’
Voor mensen die vrijkomen, zijn soms ook fondsen beschikbaar, tipt ze. ‘Denk aan de Stichting Urgente Noden of aan noodfondsen die een regeling hebben voor de basisinrichting van een huis.’
Afstemmen
Nauwe samenwerking tussen casemanagers, reclasseringsmedewerkers, bewindvoerders, nazorgmedewerkers, schuldhulpverleners is noodzakelijk vanwege de complexiteit van de schulden en de problematiek bij (ex-)gedetineerden. ‘Bovendien moet er nu eenmaal meer geregeld worden en zijn er nét iets meer belemmeringen dan normaal gesproken’, zegt Gercoline. ‘Je kunt dat nooit allemaal zelf oplossen. Vaak missen mensen handvatten. Reclasserings- of nazorgmedewerkers hebben bijvoorbeeld kennis van de doelgroep, maar meestal niet van schuldhulpverlening. En schuldhulpverleners hebben vaak weinig kennis van detentie of de problematiek. Als je de continuïteit wilt waarborgen, heb je elkaar nodig. Denk vanuit het traject van de cliënt, niet alleen vanuit je eigen expertise.’
Tips
- Leg al tijdens detentie contact. Trek daarbij op met de gemeentelijke coördinator nazorg.
- Heb aandacht voor informele schulden en CJIB-schulden.
- Blijf in verbinding. Schets realistische verwachtingen, geef duidelijkheid over het traject.
- Werk samen met de betrokken professionals. In de werkwijzer lees je wie er betrokken zijn.
- Houd rekening met de stress, beperkingen en het korte-termijndenken van ex-gedetineerden.