Overslaan en naar de inhoud gaan

Rechter verplicht bank tot openen leefgeldrekening

Brengt ‘principiële zaak’ van LC Bewindvoering sector in beweging?

Rechter verplicht bank tot openen leefgeldrekening

24 december 2021 BeschermingsbewindWetgevingFinanciële begeleiding

Het is een terugkerend probleem: een financiële hulpverlener wil een beheer- en/of leefgeldrekening openen voor een cliënt, maar vangt bot omdat de bank zo min mogelijk rekeninghouders met problemen binnen wil krijgen. LC Bewindvoering trok de stoute schoenen aan en startte een procedure.

In februari 2020 meldde LC Bewindvoering uit Rotterdam een klant die een beheer- en leefgeldrekening nodig had, aan bij de Rabobank. De bank weigerde de klant, omdat die in het verleden gefraudeerd had. Er was een sommatiebrief van LC Bewindvoering nodig voordat de Rabobank gedeeltelijk overstag ging en een beheerrekening opende voor de betrokkene. Een leefgeldrekening bleef de bank weigeren.

In juni 2020 droeg LC Bewindvoering een nieuwe klant aan, die eveneens in het verleden gefraudeerd had. Ook voor deze klant vroeg het bedrijf een beheer- en leefgeldrekening aan. De Rabobank weigerde opnieuw, en opende net als de eerste keer alleen een beheerrekening. 

‘Laatste bank’ 

Argument van de Rabobank was: als we deze klanten accepteren en het bewind stopt, dan staan wij genoteerd als ‘laatste bank’ waar de betrokkene bankierde. Die kwalificatie is belangrijk vanwege de afspraak die banken onderling maakten in het convenant Basisbankrekening: wanneer iemand geen bank meer heeft en die persoon wil weer een bankrekening openen terwijl er sprake is van wettelijke weigeringsgronden, dan is de bank waar betrokkene het laatst bankierde aan zet.  

De Rabobank voorzag een stroom aan cliënten vanuit LC Bewindvoering. De bank vindt dat dit soort cliënten door bewindvoerders eerlijk over alle aangesloten banken verdeeld moeten worden. 

Samen naar de rechter

LC Bewindvoering wilde een einde maken aan de onwerkbare situatie en eiste (overigens in goede harmonie met de Rabobank) bij de rechter dat de Rabobank altijd een beheer- én leefgeldrekening voor hun cliënten moet openen, ‘al dan niet onder de voorwaarde dat genoemde rekeningen zullen worden opgeheven wanneer het beschermingsbewind over de goederen van voornoemde cliënten wordt opgeheven’. De bank moet dit wat LC Bewindvoering betreft ook doen ‘wanneer sprake is van een registratie in het Incidentenregister, het Intern- en/of het Extern Verwijzingsregister’ (een register van rekeninghouders met problemen). 

Volgens LC vloeit die verplichting voort uit het feit dat de Rabobank haar huisbankier is, waarmee zij een mantelovereenkomst heeft voor het openen van rekeningen voor cliënten. De Rabobank betoogde bij de rechter dat zij best rekeningen wil openen voor cliënten van LC Bewindvoering, maar dat zij opziet tegen het risico dat te veel cliënten na het bewind rechten ontlenen aan die bereidheid van de bank en bij de Rabobank verder willen bankieren. De Rabobank meende dat zij al coulant genoeg geweest was, omdat de twee cliënten eerder bankierden bij respectievelijk SNS en ING. 

Wettelijke plicht 

De rechter constateerde dat LC Bewindvoering wettelijk verplicht is een rekening te openen voor haar cliënten. Het zou voor het bedrijf te duur worden om haar cliënten onder te brengen bij allerlei verschillende banken. En wekelijks contant uitbetalen van leefgeld is te tijdrovend gezien de vergoeding die LC Bewindvoering krijgt per onderbewindgestelde, aldus de rechter. 

Daarom moet de bank van de rechter nieuwe verzoeken van LC Bewindvoering zonder morren accepteren en uitvoeren. Daarbij spreekt de rechter wel uit dat de rekeningen beschikbaar zijn ‘ten behoeve van en voor de duur van het bewind’. Bovendien krijgt de bank volgens de rechter niet het stempel ‘laatste bank waar de persoon gebankierd heeft’, omdat het openen van de rekening uitsluitend gebeurt vanwege de mantelovereenkomst en niet vanwege de afspraken in het convenant Basisbankrekening. 

Zoektocht naar betere regeling 

Beide partijen betaalden zelf de gerechtskosten en zullen dat ook bij een eventueel hoger beroep doen ‘aangezien sprake is van een principiële zaak die bovendien bedoeld is om alle banken en bewindvoerders in beweging te krijgen om een regeling te ontwerpen die – in deze tijd en gelet op de huidige wet- en regelgeving – beter dan het Convenant recht doet aan alle betrokken belangen’, aldus het vonnis van de rechter. 

Wat vindt de Rabobank? 

In een reactie deelt de Rabobank mee dat zij ‘in lijn met de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam, en voor de duur van het bewind, een beheer- en leefgeldrekening opent voor de cliënten van LC Bewindvoering. Wij beraden ons daarnaast op de uitspraak van de rechtbank en wat het vervolg hierop zal zijn’, aldus de bank. De bank weet nog niet of zij in hoger beroep zal gaan. 

Wat vindt LC Bewindvoering? 

Elvira Kattestaart, bestuurder van LC Bewindvoering, is tevreden met de uitspraak van de rechter. ‘Het is een mooie uitspraak voor de cliënten van LC Bewindvoering, voor ons kantoor en voor menig beschermingsbewindvoerder. Ik denk dat ook WSNP-bewindvoerders deze uitspraak kunnen toepassen ten aanzien van de boedelrekening.’  

Op welke manier gaat u inhoud geven aan de beschreven wens om ‘een regeling te ontwerpen die – in deze tijd en gelet op de huidige wet- en regelgeving – beter dan het Convenant recht doet aan alle betrokken belangen’, zoals het vonnis vermeldt? 

‘De rechtspraak heeft met deze uitspraak naar ons idee al een omissie in de wet- en regelgeving opgevuld. Het is denk ik niet aan een klein kantoor als LC Bewindvoering om dit onderwerp nader inhoud te geven. Een regeling ontwerpen is nog altijd de taak van de overheid/ wetgever. Zolang dit niet wordt opgepakt, kunnen we met deze uitspraak in ieder geval onze zorgplicht als bewindvoerder vervullen voor onze specifiek groep cliënten.’ 

‘Uiteraard hebben wij wel ideeën over hoe deze regeling er uit zou moeten zien. Een uitnodiging van het geëigende orgaan om hierover nader in gesprek te gaan, zullen we zeker niet afslaan. We hebben immers ook vele goede gesprekken gevoerd met onze wederpartij Rabobank. Tot het moment dat bleek dat dit een te principiële kwestie is, en we besloten om de kwestie voor te leggen aan de rechter. Zoals gezegd, met de uitkomst zijn wij, en velen met ons, heel blij.’

Wat vindt de NVVK? 

Ik hoop van harte dat deze uitspraak brede navolging vindt en de norm wordt voor de samenwerking tussen banken en professionele bewindvoerders’, reageert NVVK-beleidsadviseur Ellen Hennekens. ‘Het maakt een einde aan de onzekerheid of de onderbewindgestelde al dan niet toegang krijgt tot een bruikbare bankrekening. Het recht op een beheer- en leefgeldrekening wordt gekoppeld aan de zakelijke relatie met de bewindvoerder en het feit dat iemand onder bewind staat.’  

Bewind wordt door een rechter uitgesproken om de cliënt - al dan niet tijdelijk - financieel te beschermen, tegen zichzelf en/of zijn omgeving. Gedurende het bewind is een bewindvoerder verantwoordelijk voor het financiële reilen en zeilen van de klant en wordt gewerkt aan financiële stabiliteit. ‘Alsnog geen toegang krijgen tot een werkende rekening vanwege het verleden van de onderbewindgestelde belemmert deze vorm van hulpverlening onnodig’, vindt Hennekens. ‘De rechter stelt in zijn uitspraak de Rabobank voor om te werken met een ‘gesloten’ leefgeldrekening, waarbij geldstromen naar de leefgeldregeling uitsluitend vanaf de beheerrekening mogelijk zijn. Dat is ook een waardevolle aanvulling. Zo wordt de controleerbaarheid voor de bewindvoerder enorm verbeterd.’ 

Lees het volledige vonnis hier

Sleutelwoorden

BeschermingsbewindWetgevingFinanciële begeleiding