Deze video praat je in 12 minuten helemaal bij
Woelig halfjaar in perspectief gezet door NVVK-beleidscoördinator Joeri Eijzenbach
Er gebeurde het afgelopen half jaar veel in onze branche. Beleidscoördinator Joeri Eijzenbach neemt in deze video de ontwikkelingen met je door. Na afloop ben je helemaal bijgepraat. Reacties welkom!
Hoge Raad
Joeri Eijzenbach start met de recente uitspraak van de Hoge Raad over de Wsnp. Die heeft ook gevolgen voor de Msnp, iets wat bevestigd werd door antwoorden op Kamervragen aan het ministerie van Justitie en het ministerie van Sociale Zaken.
De Hoge Raad oordeelde dat lopende beslagen geen belemmering meer vormen voor het laten ingaan van een schuldregeling. 'De maanden waarin er al beslag ligt kunnen worden afgetrokken van de maanden waarin je moet aflossen', legt Joeri uit. De NVVK heeft haar Gedragscode hierop aangepast en beschouwt voortaan de schuldregelingsovereenkomst als startpunt van de aflosperiode.
Gebruik vtlb
De NVVK monitort momenteel de impact van het gebruik van het vrij te laten bedrag (vtlb) als norm voor het berekenen van de afloscapaciteit. Uit onderzoek bleek eind vorig jaar dat 40 procent van de hulpvragers geen afloscapaciteit heeft als het vtlb wordt gehanteerd, terwijl 16 procent daarvan zelfs een baan had. 'Dat betekent dat deze groep geen geld heeft om aan schuldeisers aan te bieden,' aldus Joeri. Om na te gaan of 'inleg uit vermogen' een optie is, ontwikkelde de NVVK een speciale berekeningstool.
NVVK-leden gebruiken het vtlb om de afloscapaciteit te berekenen. Volgens Joeri is landelijke eenduidigheid hier cruciaal, want schuldeisers vinden lokale verschillen onwenselijk. Er zijn NVVK-leden die gemeentelijk geld of lokale fondsen inzetten om schuldeisers over de streep te trekken als er geen afloscapaciteit is. 'De ALV heeft besloten om dat vrij te laten bedrag te hanteren bij het berekenen van de afloscapaciteit. Die eenduidigheid is in het belang van een soepel proces, voor de samenwerking met schuldeisers en ook voor een duidelijk hulpaanbod,' benadrukt hij.
Snelheid en duurzaamheid
De meeste schuldeisers blijven meewerken aan schuldregelingen, ook nu de afloscapaciteit op een andere manier berekend wordt. 'Als er geen afloscapaciteit is, gaan ze ook gewoon akkoord. Enkele schuldeisers zijn kritisch, daar zijn we mee in gesprek.'
'Het was even wennen voor de branche, maar ook voor schuldeisers, dat we zijn afgestapt van: 'u krijgt altijd meer geld dan in de Wsnp', aldus Joeri. Maar schuldeisers hechten vooral waarde aan duurzaamheid van regelingen. 'Afboeken is vaak niet het grootste punt, (...) maar vooral het feit dat mensen weer terugvallen.' Daarvoor bieden NVVK-leden begeleiding aan om herhaling te voorkomen.
Keuzehulp saneringskrediet-schuldbemiddeling
Voor de keuze tussen een saneringskrediet en schuldbemiddeling is er de Keuzehulp die de NVVK recent heeft uitgebracht. Wanneer er geen zicht is op inkomensstijging blijft de voorkeur uitgaan naar een saneringskrediet, dat snel perspectief biedt. Schuldeisers waarderen snelle afwikkeling en houden liever een klant over die bij hen blijft en in de toekomst wél kan betalen dan een kleine extra opbrengst op lange termijn.
Kritische rechters
Rechters moeten wennen aan de nieuwe situatie waarin de afloscapaciteit op dezelfde wijze wordt berekend in zowel het wettelijke als het minnelijk traject. 'Door de koppeling van looptijd tussen Msnp en Wsnp kijken ze nu ook kritischer naar de inspanningsverplichting', zegt Joeri. Over de vraag hoe je een schuldvoorstel of een dwangakkoord zo goed mogelijk voorbereidt vind je hier een superinformatief webcollege (alleen voor NVVK-leden). Doe ook je voordeel met dit verslag van een recent overleg dat we hadden met de rechters van Recofa.
Registratie bij BKR
Tot slot meldt Joeri dat nu ook de VNG tot het inzicht is gekomen dat registraties voor schuldhulpverlening bij het BKR maximaal zes maanden mogen blijven staan na het einde van het traject. De VNG roept alle gemeenten op om dit te doen. Joeri adviseert professionals om te controleren hoe hun gemeente hiermee omgaat en waar nodig aanpassingen te doen.