Overslaan en naar de inhoud gaan

Aflospauze: onbekend, wel bemind, weinig toegepast

Aflospauze: onbekend, wel bemind, weinig toegepast

24 februari 2020 LobbyWetgevingSchuldregeling

Onder schuldhulpverleners is pauzeren tijdens het aflossen van schulden een tamelijk onbekend fenomeen. Er wordt weinig om gevraagd. Schuldhulpverleners denken wel dat hulpvragers het op prijs stellen als ze het aflossen even kunnen onderbreken. Dat blijkt uit NVVK-onderzoek naar het onderwerp.

In de Tweede Kamer is de aflospauze sterker in beeld gekomen sinds Kamerleden tijdens een werkbezoek aan Zweden zagen hoe daar de praktijk werkt. De Kamerleden wilden van verantwoordelijk staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken weten hoe zij erover dacht. Is het een goed idee, aldus de Kamerleden, om bijvoorbeeld in de zomerperiode  en in de decembermaand mensen met schulden een aflospauze te gunnen?

‘Regering, pas de wet aan’

Van Ark reageerde tijdens overleggen met de vaste Kamercommissie Armoede en Schulden afhoudend op de suggestie zo’n pauze in Nederland in te voeren. De Kamerleden Weyenberg (D66) en Nijboer (PvdA) vroegen haar daarom uiteindelijk in een motie “om wet- en regelgeving dusdanig aan te passen dat het recht op een aflossingspauze van twee maanden per jaar in schuldhulptrajecten mogelijk wordt, en de Kamer hierover voor de zomer van 2020 te informeren.” Op 21 januari bleek bij de stemming over deze motie dat behalve D66 en de PvdA ook de SP, GroenLinks, de PvdD, DENK, Van Kooten-Arissen, 50PLUS, het CDA en de ChristenUnie deze motie steunden.

Onbekendheid

De NVVK onderzocht hoe er onder haar leden gedacht wordt over dit verschijnsel. Een enquête die we hielden werd ingevuld door 126 medewerkers van leden. Onbekendheid met het fenomeen speelt een grote rol, blijkt uit ons onderzoek. Op de vraag ‘hoe vaak kom je een aflosvrije periode overeen voor je cliënt’ geeft meer dan tweederde het antwoord ‘nooit’. De NVVK-regels bieden ruimte voor een aflospauze, maar dat is niet voor iedereen even duidelijk. Bijna tweederde antwoordt ‘nee’ op de vraag of men ervan op de hoogte is dat het nu al kan.

Als een aflospauze voor hulpverleners al geen bekend instrument is, wekt het geen verbazing dat hulpvragers er niet veel om vragen. Bijna tweederde zegt dat het nooit tot vrijwel nooit voorkomt dat mensen erom vragen. Opmerkelijk is dat meer dan eenderde van de deelnemers aan de enquête denkt dat een aflospauze een positief effect heeft op de persoon met schulden.

Geen recht

Dat leidt er echter niet toe dat de ondervraagden vinden dat de aflospauze een recht moet worden. De Tweede Kamer wil dat wel, maar de medewerkers van onze leden wijzen dat af. Iets meer dan een kwart is er voorstander van dat het een recht wordt, meer dan 40 % is daar tegen en bijna 1/3e heeft er geen mening over.

De tegenstanders hebben uiteenlopende argumenten, blijkt uit open antwoorden op deze vraag.

  • Een aflospauze rekt het schuldregelingstraject alleen maar en zorgt voor onduidelijkheid. Veruit de meeste mensen die wij helpen zijn gebaat bij duidelijkheid. Dat zij iedere maand precies weten wat er aan inkomsten binnenkomt en wat er betaald moet worden. En dat dient elke maand hetzelfde te zijn.
  • Hiermee wordt afbreuk gedaan aan de verantwoordelijkheid van klanten. Er moet wel ingezet worden op een gedragsverandering. Door deze aflospauze vervallen klanten wellicht sneller in hun oude patroon.
  • De 36 maanden worden al als lang ervaren. Elke pauze levert langer 'lijden' op. Ik  begrijp niet goed wat de politiek hiermee denkt te kunnen bereiken.
  • De aflospauze is vaak een voorbode van het wederom verergeren van de schulden. In sommige gevallen werkt de aflospauze wel, maar dit is meer uitzondering dan regel.

Schuldregeling redden

Een aflossingspauze geeft tijdelijk meer bestedingsvrijheid voor iemand in een schuldregeling. Voorstanders hebben ook oog voor het ‘reddende’ effect van een aflospauze:

  • Soms zijn de omstandigheden zo dat het niet lukt om af te lossen. Dan kan een aflospauze een schuldregeling toch redden. Het is uiteraard fijn dat een schuldregeling gered kan worden. Dat kan positief werken op een klant.
  • Het klopt dat enkele op de honderden het niet volhoudt. Daar zou maatwerk moeten komen. Ik denk dat het niet verstandig is om af te wijken van een systeem dat heel goed loopt.

De enquêtedeelnemers vragen ook aandacht voor de extra tijd die ermee gemoeid kan gaan om van een veelheid aan schuldeisers akkoord te krijgen voor een aflospauze. Vaker werken met aflospauzes is makkelijker wanneer de schulden afgelost worden via een saneringskrediet:

  • Zie ze maar eens op 1 lijn te krijgen. Bij een saneringskrediet heb je zelf meer speelruimte voor maatwerk. Wederom een pleidooi voor sk's.

Een saneringskrediet vermindert zelfs de behoefte aan een aflospauze, denkt een van de ondervraagden:

  • Door ipv een schuldbemiddeling een saneringskrediet in te zetten geef je de klant perspectief. Gaat de klant extra werken dan voelt hij/zij dit direct in de portemonnee en is een aflospauze helemaal niet nodig.

Aandacht voor de aflospauze

De NVVK is van mening dat een recht op een aflospauze diep ingrijpt in de verhouding tussen schuldeiser en hulpvrager. We denken dat het wel goed is om de mogelijkheid van een aflospauze meer onder de aandacht te brengen. Dat zullen we doen door er de komende tijd regelmatig over te publiceren en het aan de orde te stellen in NVVK-bijeenkomsten.

Dat een saneringskrediet meer mogelijkheden biedt voor aflospauzes, zien we als een ondersteuning voor onze koers om in te zetten op ‘meer saneringskredieten, minder schuldbemiddelingstrajecten’.

Meer maatwerk

Die richting krijgt ook alle ruimte in onze zoektocht naar meer maatwerk voor mensen met schulden: met een andere registratie bij de BKR, een andere manier om de afloscapaciteit te berekenen en meer flexibiliteit in de aflossingsperiode. Dat laatste biedt ook mogelijkheden om aflospauzes in te bouwen. Schuldbemiddeling blijft overigens nadrukkelijk onderdeel van ons instrumentarium, omdat er ook situaties zijn waarin dat toch de beste keus is.

Download

Uitslagen van het onderzoek (pdf, 2 MB)

Sleutelwoorden

LobbyWetgevingSchuldregeling