Overslaan en naar de inhoud gaan

Structurele samenwerking tussen financiële hulpverleners en huisartsen: zo werken wij eraan

NVVK wil 'schuldhulp' in verwijsopties huisarts

Structurele samenwerking tussen financiële hulpverleners en huisartsen: zo werken wij eraan

3 november 2025

Een van de doelen van ons programma 'Ruimte voor Toekomst' is: via nieuwe partners het bereik vergroten van hulp bij geldzorgen. Bijvoorbeeld via huisartsen en GGZ-behandelaars. Daarom aan NVVK-beleidsadviseur Jan van der Hulst de vraag: wat doet de NVVK om duurzame samenwerking met huisartsen en praktijkondersteuners vorm te geven?

1. Wat is de drijfveer om de domeinen van financiële en medische zorg te verbinden?

‘Mensen met financiële problemen hebben vaak een slechtere gezondheid dan anderen. Daar is de afgelopen tijd veel over gepubliceerd. Zo hebben mensen met schulden viermaal zo vaak angststoornissen en tweemaal zo vaak paniekaanvallen. Ook slapeloosheid, rugpijn en hoofdpijn kunnen voortkomen uit zorgen over je financiële situatie.  

Met die klachten gaan mensen naar de huisarts, die er medisch naar kijkt en pillen of een behandeling voorschrijft. Maar als de geldzorgen niet verdwijnen, komen de klachten in no time terug. Is het dan niet veel slimmer om de schuldproblematiek weg te nemen? Dan zou die rugpijn of hoofdpijn zomaar kunnen verdwijnen. Dat is de menskant. Maar het is ook goed vanuit een economisch perspectief. Er is berekend dat schulden op jaarbasis zorgen voor 438 miljoen euro aan extra zorgkosten.’ 

‘Ik had een tijdje heel erg buikpijn, dat was niet normaal. Toen hebben ze onderzoeken gedaan. Ik had krampen, ik dacht dat is niet goed. Ik had pijn. Ik heb allemaal echo’s gehad, maar er was niks aan de hand, dat is gewoon pure stress wat ik allemaal heb.’
Interview met patiënt voor het onderzoek 'Geldzorgen in de huisartsenpraktijk', Utrecht 2020

2. Is dit niet al eerder geprobeerd? 

‘Er zijn op verschillende plaatsen experimenten geweest om deze domeinen beter aan elkaar te verbinden. Daar heb ik onderzoek naar gedaan en ik heb met een aantal betrokkenen gesproken. Sommige pilots zijn gelukt, andere minder goed. De Hogeschool van Utrecht, die sommige pilots heeft begeleid, stelt dat het vooral lastig is om de samenwerking in de praktijk te blijven vasthouden.’ 

3. Wat is er nodig om die domeinen te verbinden?

‘Huisartsen hebben al veel op hun bordje. Ze zijn heel goed in het stellen van vragen om erachter te komen wat het medische of mentale probleem is. Ze zijn opgeleid om met dat probleem aan de slag te gaan en niet om naar de diepere oorzaak te zoeken. En het is eng om te vragen naar iemands financiën. Dus dat moeten we makkelijker en comfortabeler maken.’ 

4. Wat heeft de NVVK al gedaan? 

‘We hebben meegedacht over een e-learning die Pharos ontwikkelde met Hogeschool Utrecht. Die informeert huisartsen over de link tussen schulden en gezondheid. En leert ze hoe ze schulden kunnen signaleren en bespreekbaar maken en naar wie ze kunnen doorverwijzen. We gaven feedback voor een eerste kleine update en volgend jaar komt er een grote aanpassing. Die e-learning levert huisartsen inmiddels nascholingspunten op. 


Handreiking om het gesprek over geldzorgen te voeren

Verder hebben we Pharos geholpen met het ontwikkelen van een gesprekskaart over hoe je erachter komt of patiënten een financieel probleem hebben. Bijvoorbeeld doordat ze voorgeschreven medicijnen die ze zelf moeten betalen niet afnemen. Zo zijn er meer praktische haakjes om geldzorgen te herkennen. En voorbeeldzinnetjes om die ter sprake te brengen.’ 

5. Wanneer zijn NVVK-leden aan zet?

‘Als huisartsen geldzorgen herkennen en bespreekbaar maken, moeten ze daarna makkelijk kunnen doorverwijzen naar een financiële hulpverlener. Dat is het punt waarop NVVK-leden een rol gaan spelen. Als een huisarts naar ons doorverwijst, moeten wij daaraan opvolging geven. Dus we zullen met onze leden het gesprek moeten aangaan. Zijn ze in staat binnen 1 of 2 dagen contact te leggen met de patiënt om die te gaan ondersteunen?’

6. Hoe weten huisartsen naar wie ze kunnen doorverwijzen?

‘Nu moeten ze dat zelf googelen. Maar huisartsen hebben natuurlijk geen tijd om dat uitgebreid te doen in de 10 minuten van een spreekuur. Dus dat is ook een drempel die weggenomen moet worden.   

'Huisartsen werken nu met een verwijssysteem waarin bijvoorbeeld fysiotherapeuten staan. Het zou het mooiste zijn dat daar ook financiële dienstverleners in komen.'

Ze werken nu met een verwijssysteem waarin bijvoorbeeld fysiotherapeuten staan. Het zou het mooiste zijn dat daar ook financiële dienstverleners in komen. Dat een huisarts direct een overzicht krijgt van bewindvoerders en schuldhulpverlenings- en vrijwilligersorganisatie. De huisarts kan even overleggen met de patiënt: 'wat vind je prettig'? Laat het vooral bij de patiënt. Je tikt het even in, en er volgt een melding bij de financiële hulp. 

De AVG staat dit niet in de weg, want de patiënt beslist zelf of hij of zij al dan niet doorverwezen wil worden. En er wordt geen uitgebreide analyse gemaakt van de financiële situatie. Een melding is bijvoorbeeld: ik heb patiënt X en die wil hulp bij zijn financiële situatie.’ 

7. Wat moet de samenwerking met het zorgdomein opleveren?

‘Als we deze aanpak straks op grote schaal weten in te voeren, kunnen we gaan onderzoeken of we de zorgkosten omlaag brengen. Een spin-off zou ook kunnen zijn dat de toeloop naar de GGZ afneemt. Dan hebben we een stevige economische businesscase. Maar ook een hele mooie sociale businesscase. Want we weten dat de patiënten een beter gezondheids- en welzijnsgevoel krijgen.’

8. Zijn er nog andere manieren om de twee domeinen te verbinden?

‘De NVVK gaat ook samenwerken met GGZ-behandelaars; daar gaan we later over publiceren. Verder hoorde ik laatst van een apotheker dat het vaak voorkomt dat mensen vanwege de kosten hun medicijnen niet ophalen. Dus we kunnen ook denken aan gesprekskaarten voor apothekers.’ 

9. Wat gaat de NVVK nu doen?

‘We gaan samen met Pharos bij een huisartsenpraktijk in de Bollenstreek een pilot doen met de gesprekskaarten en met warm doorverwijzen. Van eerdere ervaringen hebben we geleerd dat het niet vanzelfsprekend is dat wat je nu afspreekt over 3 maanden nog gebeurt. Laat staan over een jaar. Daarom is er een aanjager van de gemeente nodig. Bijvoorbeeld een beleidsmedewerker die afspraken vastlegt en controleert of ze worden nagekomen. En die huisartsen vraagt of de aanpak hen helpt om te zorgen dat mensen minder gezondheidsklachten hebben en zich prettiger voelen. Er is ook regelmatig afstemmingsoverleg nodig.’ 

10. Kunnen NVVK-leden nu al iets bijdragen? 

‘Ja! Goede praktijkvoorbeelden zijn welkom. We horen ook graag waar je in het contact met het zorgdomein tegenaan loopt, wat je ingewikkeld vindt, of waarom dingen niet lukken.’