Overslaan en naar de inhoud gaan

Werkwijzer ondernemers

Stabilisatietermijn

In de module Stabilisatie is de termijn vastgesteld op maximaal 8 maanden of 2x4 maanden. Schuldeisers met wie een convenant is afgesloten, geven gedurende deze periode schuldenrust. Schuldhulpverleners vinden 8 maanden vaak te kort om alle onderdelen van stabilisatie af te ronden.

Wat kun je doen?

  • Geef de ondernemer tips hoe hij contact kan opnemen met zijn schuldeisers, bijvoorbeeld door een voorbeeldbrief te gebruiken.
  • Verstuur de Kennisgeving of de stabilisatieovereenkomst naar de schuldeisers. De hulpvrager heeft dan rust en aandacht voor de acties die in deze fase moeten worden afgewikkeld.
  • Blijf betrokken bij de ondernemer en de acties die je hebt geadviseerd.
  • Spreek af wanneer en hoe vaak je contact hebt met elkaar.

Boekhouding

Met de boekhouding kunnen verschillende problemen zijn:

  • Er is geen boekhouder en die is er ook nooit geweest.
  • Er is een boekhouder, maar er is een betalingsachterstand. Als deze wordt betaald, is de boekhouder bereid de werkzaamheden weer op te pakken.
  • Er is geen boekhouder meer. De relatie is dusdanig verstoord dat de boekhouder de werkzaamheden niet meer wil uitvoeren, ook niet als de schuld wordt voldaan (eventueel met achterhouden van de boekhouding als ‘onderpand’).

-

Wat kun je doen?

  • Vraag de ondernemer een boekhouder te zoeken via internet of het eigen netwerk en een offerte op te vragen.
  • Pols in je eigen netwerk van boekhouders wie je zou kunnen inschakelen.
  • Organiseer een pool van boekhouders die tegen gereduceerd of vastgesteld tarief willen helpen.
  • Leg zelf contact met de boekhouder die eerder voor de ondernemer heeft gewerkt. Bespreek wat nodig is om het werk weer op te pakken.

Naar de Wsnp zonder boekhouding

Wanneer een ondernemer heeft verzuimd om te voldoen aan de fiscale (betalings)verplichtingen, kan dat worden opgevat als niet te goeder trouw. Dit is een grond voor afwijzing van het verzoekschrift tot toelating Wsnp.

Het is belangrijk om de rechtbank ervan te overtuigen dat dit weliswaar het geval is, maar dat er een positieve (gedrags)verandering heeft plaatsgevonden. Een beroep op de Hardheidsclausule (artikel 288 lid 3 Fw) kan uitkomst bieden. Hierbij moet je duidelijk maken dat de omstandigheden die hebben geleid tot de ambtshalve aanslagen tot het verleden behoren.

Wat kun je doen?

  • Kun je aan de rechter vragen om toepassing van de Hardheidsclausule? Dit zie je in de Infographic Hardheidsclausule (pdf, 263 kB) van de NVVK en Bureau Wsnp.
  • Benoem niet alleen dat de onderneming is gestaakt. Licht ook onderstaande punten toe (mits ze relevant zijn):
    • Is er flankerende hulp ingezet? Welke hulp en waarvoor?
    • Spant de (ex-)ondernemer zich in om baten te realiseren door fulltime te werken?
    • Is er sprake van arbeidsongeschiktheid? Waar blijkt dat uit? Hoe lang duurt dit? Wat doet de hulpvrager om het herstel (indien mogelijk) te bevorderen? 

Tip

Tip.svg

Complexe zaken kun je voorleggen aan het Stella-team van de Belastingdienst. Dit is mogelijk wanneer er sprake is van:

  • multiproblematiek
  • een urgente of schrijnende situatie
  • een hulpvrager die bij de Belastingdienst van het kastje naar de muur is gestuurd

Let op: dit kan alleen wanneer de hulpvrager actief meewerkt aan de oplossing. De casus kun je per e-mail voorleggen aan de Belastingdienst.

Echtscheiding en vof

Als beide partners ondernemen in een vennootschap onder firma, willen scheiden en de vof willen ontbinden, valt er veel te regelen voor hen. Op al deze zaken moet je ook als schuldhulpverlener alert zijn.

Wat kun je doen?

  • Bespreek of de onderneming wordt voortgezet. Zo ja, in welke vorm? En door wie?
  • Controleer hoe de ondernemers de vermogensverdeling privé en zakelijk hebben geregeld of gaan regelen.
  • Onderzoek wie aansprakelijk is voor welke schulden.
  • Houd rekening met de mogelijke gevolgen van deze verdeling voor de schuldeisers.
  • Breng in kaart wat de situatie is en welke gevolgen de verdeling heeft voor de schuldregeling.

Budgetplan

Vaak zijn de inkomsten en uitgaven van de ondernemer niet duidelijk en is er geen onderscheid gemaakt tussen zakelijke en privéfinanciën. Tijdens de stabilisatiefase is het belangrijk om de inkomsten en uitgaven in kaart te brengen en vervolgens met de ondernemer te bepalen hoe deze in balans gebracht kunnen worden. Op basis daarvan kunnen jullie ook een plan maken met betrekking tot wisselende en/of onzekere inkomsten, besparingen, investeringen in de (nabije) toekomst en reserveringen voor bijvoorbeeld ziekte of het wegvallen van omzet.

Wat kun je doen?

  • Maak twee aparte budgetplannen met inkomsten en uitgaven: zakelijk en privé. Bepaal aan de hand van het privébudgetplan de benodigde maandelijkse opname voor privéuitgaven.
  • Adviseer de ondernemer om de zakelijke en privéfinanciën strikt gescheiden te houden.
  • Onderzoek voor welke aanvullende inkomens de ondernemer in aanmerking komt, zoals toeslagen of een aanvullende Bbz-uitkering.
  • Bespreek de cijfers van de afgelopen jaren. Zijn deze representatief voor de komende jaren van de onderneming? Zijn er belangrijke wijzigingen (te verwachten)? Is er sprake van seizoensinvloeden?
  • Bespreek met de ondernemer de risico's van het wegvallen van omzet en bepaal waarvoor moet worden gereserveerd.
  • Zorg dat je op de hoogte bent van mogelijke regelingen voor de ondernemer, zoals de (lokale) Voorzieningenwijzer.

Aanslag inkomstenbelasting

De stabilisatiefase loopt nooit helemaal gelijk aan het financieel jaar van de onderneming. Hierdoor is loopt de ondernemer mogelijk achter met de maandelijkse betalingen voor de voorlopige aanslag inkomstenbelasting en de premie Zorgverzerkeringswet van dat jaar. Deze aanslag legt de Belastingdienst in februari op.

Tijdens de stabilisatiefase worden betalingsverplichtingen (weer) opgepakt en (achterstallige) boekhouding en aangiftes verwerkt. Hoe ga je om met het bedrag van de totale aanslag in de schuldregeling?

Wat kun je doen?

  • Laat de boekhouder vaststellen of de voorlopige aanslag realistisch is of dat het nodig is die bij te stellen voor het lopende jaar.
  • Werk toe naar het hervatten van de maandelijkse betalingen door de ondernemer.
  • Verstuur de kennisgeving naar de Belastingdienst, zodat de incassomaatregelen worden opgeschort. Hiervoor heeft de NVVK een convenant met de Belastingdienst gesloten.
  • Het aantal maanden dat de ondernemer niet heeft voldaan aan de betalingsverplichting, wordt opgenomen in de schuldregeling. De datum waarop de Kennisgeving is getekend, is daarbij leidend.
  • Hou er zicht op dat de ondernemer de betalingsverplichtingen nakomt en dat de achterstallige boekhouding en aangiftes worden hersteld.

Bepalen oplossingsrichting

Welke keuze maak je wanneer je een saneringskrediet of schuldbemiddeling inzet? Er zijn verschillende mogelijkheden voor schuldregeling, maar elke optie heeft eigen spelregels. Wanneer de onderneming wordt voortgezet, moet er in elk geval sprake zijn van levensvatbaarheid van de onderneming en voldoende motivatie van de ondernemer. Samen met de ondernemer bepaal je welke vorm van schuldregeling wordt ingezet. 

Wat kun je doen?

  • Maak een overzicht van de schulden.
  • Beoordeel of er vermogen is dat kan worden benut voor het aflossen van schulden.
  • Zijn er goederen geleverd onder eigendomsvoorbehoud, dan kunnen deze mogelijk geretourneerd worden aan de leverancier. Daarmee vervalt de vordering.
  • Check het afwegingskader voor het Bbz-krediet of saneringskrediet (pdf, 212 kB).
  • Bespreek met je collega van de Bbz welke mogelijkheden er zijn voor jouw cliënt.
  • Breng in kaart (of laat een bedrijfskundige dit doen) of er in de toekomst veel wijzigingen te verwachten zijn met betrekking tot het resultaat van de onderneming.
  • Maak indien mogelijk een (globale) berekening van wat kan worden afgelost.
  • Check je overwegingen bij een collega.

Beoordelen levensvatbaarheid

De levensvatbaarheidsrapportage geeft veel informatie over de geschiedenis van de onderneming en de toekomstige mogelijkheden na een sanering van de schulden. Een bedrijfskundig adviseur beoordeelt deze soms anders dan een schuldhulpverlener. Je moet aan de schuldeiser duidelijk maken dat de maximale inzet nodig is voor het aflossen van schulden.

Wat kun je doen?

  • Lees het rapport goed door en overleg met de bedrijfskundige, liefst al voordat het rapport wordt opgeleverd. Vraag om een toelichting wanneer dingen onduidelijk zijn. Zo kun je, indien nodig, aan de schuldeiser uitleggen waarom de afloscapaciteit is vastgesteld op een bepaald bedrag.

Het vtlb berekenen

De vtlb-calculator is onvoldoende geschikt voor het vaststellen van de afloscapaciteit van een ondernemer. Dit komt doordat er veel onzekerheden zijn rond het fiscale en het netto-inkomen die samen het vtlb op wettelijke gronden bepalen.

Het verschil tussen de particuliere hulpvrager en die met een onderneming zit in de vaststelling van het fiscale inkomen, het mogelijke recht op toeslagen en het netto-inkomen op basis van de nettowinst. Bovendien moet je dit vaststellen over de toekomst.

Het inkomen van de ondernemer is dus een schatting en daardoor de onzekere factor in je berekening. Het feitelijke vtlb kan pas achteraf definitief worden vastgesteld. Hiervoor is het daadwerkelijke inkomen nodig, eventueel alsnog te ontvangen toeslagen en de definitieve aanslag inkomstenbelasting en Zorgverzekeringswet.

Op basis van een exploitatiebegroting kun je maandelijks een schatting maken van de afloscapaciteit. Zo voorkom je dat je achteraf veel moet bijstellen.

Wat kun je doen?

  • Lees wat het vtlb-rapport van de Raad voor Rechtsbijstand zegt over het ondernemersinkomen.
  • Let op: de berekening van het vrij te laten bedrag houdt geen rekening met een reservering voor inkomensverlies door bijvoorbeeld ziekte.
  • Verzamel de gegevens uit het jaarrapport of de aangifte inkomstenbelasting over de afgelopen jaren om een gemiddeld inkomen te berekenen. Maak een inschatting of deze cijfers ook in de toekomst haalbaar zijn.
  • Vraag een liquiditeitsprognose op bij de ondernemer of zijn boekhouder en controleer regelmatig of deze prognose gehaald wordt.
  • Vul in de vtlb-calculator het belastbaar maandinkomen uit het verleden of uit de liquiditeitsbegroting in. Dit doe je in het tabblad 'Inkomen', punt 3: inkomen zonder vakantiegeld, overige inkomsten uit arbeid onder fiscaal.
  • Vul in de vtlb-calculator het fiscaal inkomen, minus de bedragen voor de inkomstenbelasting en de bijdrage Zorgverzekeringswet, in onder netto. Gebruik voor de bedragen van de inkomstenbelasting en de bijdrage Zorgverzekeringswet de voorlopige aanslag inkomstenbelasting van de Belastingdienst voor het lopende jaar. Check bij de boekhouder of de schatting van de Belastingdienst niet te veel afwijkt van de prognose voor dat jaar. Laat deze eventueel wijzigen.
  • Schakel eventueel een bedrijfskundige in om de levensvatbaarheid van de onderneming te beoordelen en een prognose te maken van het inkomen van de ondernemer. Deze kan ook de afloscapaciteit daarop baseren. Deze methode heeft de voorkeur omdat de calculator minder geschikt is.

Tip

Tip.svg

Deel het Geldboek voor Ondernemers op de website van de Kamer van Koophandel met de ondernemer. Ook goed om je eigen kennis bij te spijkeren! 

Hulpmiddelen

naar boven